Een klein viltje dat prettig in de hand ligt met een duidelijk voelbaar kruisbeeld in het midden.
Een viltje om je eraan te herinneren dat je wilt bidden. Een viltje ook om aan een ander te geven. Dat ze weten dat jij aan hen denkt, voor hen bidt. Of om mee te sturen met een “sterkte”- of “gefeliciteerd”-kaartje.
Ook voor vrienden en familieleden die “niks met geloof” hebben: vaak vinden ze het wél fijn om te weten dat jij voor ze bidt. Met dit bidviltje geef je ze iets tastbaars. Iets om letterlijk en figuurlijk aan vast te houden.

Algemene aanwijzingen:
Alle steken worden recht gebreid. Er komt niet één averechte steek aan te pas.
Kies een garen waar je normaal breipen nr. 4 of 4,5 voor zou gebruiken. Je hebt voor één viltje ongeveer 3 gram garen nodig. Het viltje wordt ongeveer 6 cm in het vierkant.
Neem een kleinere breipen: no. 3 of 3,5. Dat geeft het doekje een vaste, stevige structuur.

Werkbeschrijving:
Let op: hoe je een nop breit, staat onder de lijn beschreven.

Begin:
Zet 11 steken op.
Brei 3 regels. Brei ook de kantsteken: dat maakt de kanten steviger.
Als je drie regels gebreid hebt, zit de werkdraad rechts en het draadeindje links.

Eerste noppenblok:
Brei 5 steken. Maak de nop op steek 6. Zie hieronder voor de werkbeschrijving van een nop.
Brei de regel tot het eind.
Brei nog 3 regels.

Tweede noppenblok:
De werkdraad zit rechts, het draadeindje links.
Brei de nop op steek 6. Brei de regel tot het eind.
Brei nog 3 regels.

Derde noppenblok:
Brei de noppen op de steken 4, 6 en 8. Brei de regel af.
Brei nog 3 regels.

Vierde noppenblok:
Brei de nop op steek 6. Brei de regel af.
Brei nog 3 regels.

Eind:
Kant het werk af. Werk de draadeindjes weg.

Variatie:
Als het garen wat dunner is, kun je er ook voor kiezen om een iets groter vierkantje te breien.
Zet 13 steken op, en brei aan het begin en eind vijf rechte regels in plaats van drie.
De enkele noppen komen dan op steek 7. De drie noppen op één regel komen op steek 5, 7 en 9.

Nop breien:
Voorkant van het werk:
1 - Brei 1 steek, maar laat hem niet afglijden.
2 - Breng de linkernaald weer voor de rechter en maak 1 omslag.
3 - Brei dan in dezelfde steek weer 1 steek zonder te laten afglijden.
4 - Nog een keer de linkernaald voor de rechter brengen, en 1 omslag maken.
5 - En tenslotte in dezelfde steek nog 1 laatste steek breien.
6 - Keer nu het werk.
Achterkant:
1 - Brei 5 steken.
2 - Keer het werk. Nu nog één keertje naar de…
Voorkant:
1 - brei de eerste twee steken samen.
2 - zet deze nieuwe steek terug op de linkernaald.
3 - haal de volgende drie steken van de linkernaald één voor één over de eerste steek heen.
4 - brei tenslotte de eerste steek nog een keer.
Klaar is de nop!

Variatie:
Stap 4 kun je ook overslaan. Je zet dan de steek gewoon terug van de linker- op de rechternaald. De nop is dan net even iets platter. Wel is hij aan allebei de kanten zichtbaar en voelbaar, niet alleen aan de voorkant.

Let op:
Op de eerste teruggaande toer na de nop let je even extra goed op bij de steek direct boven de nop en de steek erna. De werkdraad kan de neiging hebben om onder de nop te blijven hangen.